Bezoldiging ontvangen van een buitenlandse gelieerde vennootschap

Bezoldigingen die werknemers of bedrijfsleiders van een Belgische vennootschap ontvangen van een buitenlandse groepsvennootschap zijn sinds 1 maart 2019 onderworpen aan bedrijfsvoorheffing. Die bedrijfsvoorheffing moet door de Belgische vennootschap ingehouden worden en die vennootschap moet in 2020 een fiche opmaken voor die bezoldiging. De fiscus lichtte onlangs de nieuwe wet verder toe.

Welke vennootschappen?

Een wet van 11 februari 2019 houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen verplicht Belgische vennootschappen om bedrijfsvoorheffing in te houden op bezoldigingen (en voordelen) die een buitenlandse gelieerde onderneming uitkeert aan de werknemer of bedrijfsleider van de Belgische vennootschap.

De wet viseert de binnenlandse vennootschappen, de rechtspersonen (bv. VZW's) en de niet-inwoners, (vennootschappen en rechtspersonen). Deze vennootschappen, enz. moeten verbonden zijn met de buitenlandse vennootschap waarvan de begunstigde bezoldigingen ontvangt.

De begunstigde is de natuurlijke persoon die van de buitenlandse verbonden vennootschap bezoldigingen ontvangt, wegens of naar aanleiding van zijn beroepsactiviteit ten behoeve van de belastingplichtige. Die persoon kan zowel een rijksinwoner als een niet-inwoner zijn.

Ten behoeve van ...

De Belgische vennootschap moet de bedrijfsvoorheffing enkel maar inhouden als de buitenlandse vennootschap de bezoldiging uitkeert voor verrichtingen “ten behoeve van de belastingplichtige”. Voor een goed begrip: met de term “belastingplichtige” bedoelt de fiscus hier de Belgische vennootschap, rechtspersoon, ...

De belastingadministratie benadrukt dat de notie “ten behoeve van” moet begrepen worden in de ruimste zin. Het gaat dan om de uitoefening door de werknemer/bedrijfsleider van gelijk welke beroepswerkzaamheid die tot de normale activiteiten of het maatschappelijk doel van de belastingplichtige behoort.

Het gaat dus niet enkel om activiteiten die aanleiding moeten geven tot een financiële opbrengst of ander voordeel voor de vennootschap. Het gaat, volgens de fiscus om alle activiteiten die voor de vennootschap worden uitgevoerd.

Andere elementen

Het is zonder belang of de activiteit plaats had in België of in het buitenland.
Het is evenzeer zonder belang of er een arbeidsovereenkomst bestaat tussen de vennootschap en de begunstigde.
Sterker nog: als er een arbeidsovereenkomst bestaat tussen de begunstigde en de buitenlandse vennootschap, dan belet dat niet dat de bedrijfsvoorheffing moet ingehouden worden. Hierdoor vallen detacheringen vanuit het buitenland waarbij de buitenlandse vennootschap het loon blijft betalen onder de Belgische bedrijfsvoorheffing.

Als we dit concretiseren: een Duitse werknemer van een Duitse moedervennootschap komt in België werken ten behoeve van de Belgische dochtervennootschap. Hij/zij wordt daarvoor door de Duitse moedervennootschap betaald: de Belgische dochtervennootschap zou in die situatie de Belgische bedrijfsvoorheffing moeten inhouden.
Er moet wel gekeken worden of de Belgische fiscus het recht heeft om Belgische belastingen te innen op basis van het dubbelbelastingverdrag. Als volgens dat verdrag niet België maar Duitsland het recht zou hebben om het loon van de Duitse werknemer te belasten, kan er uiteraard ook geen Belgische bedrijfsvoorheffing ingehouden worden. Maar in dat laatste geval zal de belastingplichtige wel nog een aangifte moeten indienen en de bezoldigingen in het vak van de belastbare inkomsten moeten vermelden. Het bedrag van de bedrijfsvoorheffing zal dan evenwel 'nul' zijn.

Inhouding

Als er bedrijfsvoorheffing verschuldigd is; dan moet die ingehouden worden op het moment dat de Belgische vennootschap geacht wordt de beoogde bezoldigingen te hebben toegekend. De vennootschap moet het inkomen én de daarop verschuldigde bedrijfsvoorheffing vermelden in de aangifte in de bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de periode van toekenning en de bedrijfsvoorheffing moet uiterlijk de 15de van de daaropvolgende maand betaald worden.

Dit kan wel een concreet probleem geven. Stel dat de buitenlandse vennootschap een bonus toekent waarop bedrijfsvoorheffing ingehouden moet worden, of dat het enige inkomen dat de begunstigde ontvangt, loon is vanuit het buitenland ... waar gaat de vennootschap dan bedrijfsvoorheffing op inhouden?
De fiscus meent dat als de vennootschap de verschuldigde bedrijfsvoorheffing niet recupereert bij de begunstigde, er een belastbaar voordeel ontstaat voor de begunstigde. Het bedrag van dat voordeel moet ook toegevoegd worden aan de belastbare bezoldigingen maar hierop moet geen bedrijfsvoorheffing meer worden berekend.

Complexe oplossing voor complexe gevallen

De bedrijfsvoorheffing moet enkel opgemaakt worden als de bezoldiging wordt uitgekeerd voor verrichtingen ten behoeve van de Belgische vennootschap. Stel: een medewerker die een half jaar in België werkt en vervolgens naar Frankrijk trekt. Hij krijgt van de Duitse moedervennootschap een bonus voor zijn Belgische activiteit. De Belgische vennootschap zal dan bedrijfsvoorheffing moeten inhouden op die bonus!

Het wordt nog interessanter als de medewerker een bepaalde target moet bereiken om bijvoorbeeld een bonus te ontvangen onder de vorm van aandelenopties. Hij werkt eerst in België en vervolgens in Frankrijk. Op het ogenblik dat hij in Frankrijk werkt, voldoet hij aan de voorwaarden. Maar dat is deels dankzij de prestaties die hij in België leverde. Welnu, in de mate dat de bonus betrekking heeft op de Belgische prestaties zal er in België bedrijfsvoorheffing ingehouden moeten worden.

Het is maar zeer de vraag hoe de Belgische vennootschap de informatie daarover moet verzamelen.